dinsdag 3 april 2012

Ouderschapsverlof van 3 naar 4 maanden

Ouders kunnen vanaf nu 4 in plaats van 3 maanden ouderschapsverlof nemen, maar enkel de ouders van kinderen geboren vanaf 8 maart ontvangen een uitkering voor die vierde maand.

Op 18 juni 2009 slaagden de vakbonden erin met de Europese werkgevers een akkoord te onderhandelen over een minimum van 4 maanden ouderschapsverlof. We verheugen ons erover dat de Ministerraad dit akkoord nu heeft omgezet in de praktijk.

Ouders van kinderen geboren vanaf 8 maart 2012 zullen hierdoor elk beschikken over een uitkering voor 4 maanden ouderschapsverlof (dat kan opgenomen worden in 8 maanden halftijds of 20 maanden 4/5de). Tot hiertoe bedroeg het ouderschapsverlof slechts 3 maanden.

Voor de ouders van kinderen geboren vóór 8 maart wordt wel het recht toegekend om thuis te blijven voor een 4de maand ouderschapsverlof, maar wordt geen uitkering voorzien. Voor hen is er dus enkel een uitkering voor de eerste 3 maanden voltijds ouderschapsverlof, de eerste 6 maanden halftijds en de eerste 15 maanden 1/5de.

Wij hopen dat de regering het nodige budget zal vinden om voor deze ouders uitkeringen te voorzien voor de vierde maand ouderschapsverlof vanaf 2013. Want, voor het ABVV is ouderschapsverlof een belangrijk recht – onverkort. Voor ouders die vaak met twee werken is het een middel om arbeid en gezin beter te kunnen combineren. Opdat elk gezin gebruik zou kunnen maken van volwaardig ouderschapsverlof, is een uitkering voor de 4de maand, ongeacht de datum van geboorte, dan ook nodig. Alleenstaanden of gezinnen met een eerder laag inkomen, die een 4de maand willen opnemen voor kinderen geboren vóór 8 maart, moeten het stellen zonder een uitkering voor deze maand. Zij zullen zich dan vaak verplicht zien deze extra maand (waarop ze recht hebben) toch te laten schieten uit financiële noodzaak.